Back in business

Onze voetjes staan weer velig op Belgische bodem, na een verblijf van een week op de zonnige stranden van de Dominicaanse Republiek.
Het was zonder meer een fijne ervaring, maar toch is het fijn weer thuis te zijn.
Hieronder volgt een kort relaas van onze reis.

Zaterdag 17 september:
Opstaan om 6u30. Wassen, aankleden, en nog 100 keer de checklist overlopen, zodat we toch niets vergeten zijn.
Om 7u30 staat de taxi klaar die ons naar de luchthaven zal brengen.
8u10: aankomst op de luchthaven. Inchecken aan de Martinair-balie, waar ze geen bezwaar maken tegen het overgewicht van onze koffers.
Aan de Neckermann-balie onze Dominicaanse reispassen en ons welkomstgeschenk afhalen.
8u30: Voorbij de douane, naar de Tax-free zone. Onbijtje genomen (duur!) en zonnebrillen aangeschaft.
Blijkbaar iets te lang blijven rondlummelen, want wanneer we ons naar de security begaven, stond er een wachtrij van jewelste. We moesten inchecken aan onze gate om 9u50, en pas om 9u42 geraakten we eindelijk voorbij de metaaldetector, die natuurlijk moest afgaan wanneer ik erdoor stapte.
Inchecken, last call for all passengers to Punta Cana and Puerto Plata…
10u30: GSM’s uit, full throttle, take-off, en op weg naar de zon.
Wat er ook gezegd wordt van Nederlanders: op de service van Martinair was tijdens de heenvlucht niets aan te merken: goede en vlotte bediening, veel gratis drank en snacks, 2 echte maaltijden, voldoende entertainment,…
Kortom: de vlucht vloog voorbij.
De Dominicaanse Republiek ligt 6 tijdszones achter ons, en het is er dan ook 6 uur vroeger.
Om 13u10 plaatselijke tijd (19u10 in België) maakten we onze eerste tussenlanding in Punta Cana, waar we een deel van onze medereizigers achterlieten, en al een lading vertrekkende toeristen oppikten.
Een verblijf in de transitzone van een uurtje, en een korte vlucht van een half uur later, landden we in Puerto Plata.
Dadelijk werden we met corruptie geconfronteerd: de bagagecheck is gewoon een verdoken excuus om de vermoeide toeristen hun eerste dollars afhandig te maken, net als de alom tegenwoordige kruiers.
Op de transfer met de bus naar het hotel kregen we reeds alle nodige info en documenten, zodat inchecken niet meer nodig was: we konden dadelijk naar onze kamers.
Een welkomstdrinkje wachtte op ons terwijl kruiers de bagage naar boven zeulden, en we konden ons naar kamer 8216 begeven.
Ondanks de verhalen bleek de kamer een verademing: ruim, verzorgd, zonder ongedierte. Welliswaar met gescheiden bedden, maar met gevulde minibar.
Nog voor we konden bekomen kregen we reeds telefoon van de manager, die ons liet weten steeds ter onzer beschikking te staan. Mooi zo!
Op aanraden van de reisleiding huurden we dadelijk een kluisje, om onze waardevolle spullen in op te bergen.
Een telefoontje naar het thuisfront, de koffers uitpakken, even opfrissen en we konden op verkenningstocht.
All-inn betekent eten de klok rond, en dat was dadelijk duidelijk: in het grootste restaurant werd er in buffetvorm geserveerd.
Zelden zagen we zo’n rijkelijk gevuld buffet, met dusdanige variatie: elke dag een keuze uit 10 verschillende voorgerechten (los van de standaard-slaatjes), 2 soepen, 12 hoofdgerechten (waarvan 2 met show-cooking) en 6 nagerechten (de ijsroom niet meegerekend).
Na het copieuze maal zetten we onze ontdekkingstocht verder, om, na het nuttigen van een cocktail, reeds om 9u doodmoe te gaan slapen.

Zondag 18 september:
De jet-lag liet zich voelen, in dien verstande dat we beiden vroeg wakker waren.
Een vroeg en uitgebreid ontbijtbuffet wachtte op ons (eieren op alle manieren, alle mogelijke ontbijtmaaltijden, croissants, broodjes, toast,…) en we vielen met veel plezier aan.
Nu we terug sterk op de been stonden, besloten we 2 uurtjes op het strand door te brengen, tot onze reisleidster van Neckermann toelichtingen kwam geven.
Belangrijke tip: geen kaartjes sturen vanuit de Dominicaanse Republiek (postzegels worden afgeweekt en herverkocht): geef de kaartjes mee met de reisleidster (2 dollar per kaartje), ze worden verstuurd per koerier naar Miami, waar ze op de post worden gedaan.
Uit een scala van excursies kozen Godelieve en ik er de boottocht naar Cayo Paraiso en Punta Russia uit, en het bezoek aan Ocean World, inclusief ontmoeting met dolfijnen en zeeleeuwen.
De rest van de dag profiteerden we van het zonnetje. Alhoewel, reeds vanaf 2 uur ‘s namiddags trokken er vlagen van bewolking over het eiland.
In de vooravond spendeerden we voldoende tijd om kaartjes te schrijven voor de hele familie.
De zilte zeelucht, in combinatie met – alweer – een uitgebreid dinner, zorgde voor een flinke vermoeidheid, zodat we ons voor de tweede avond op rij vroeg naar bed begaven.

Maandag 19 september:
Godelieve noch ik leken echt te kunnen wennen aan het uurverschil: we zijn ‘s avonds vroeg moe, en ‘s morgens voor het krieken van de dag al wakker.
Wat doet een koppel op pré-honeymoon? Juist ja, een romantische strandwandeling maken.
Na deze fijne tocht een onbijtje, en een hele dag lezen en puzzelen op het strand.
Godelieve had al in België het plan opgevat om haar haren te laten vlechten, maar was dat pas van plan enkele dagen voor we huiswaarts gingen keren.
Het lot besliste er anders over: een ontmoeting met een plaatselijke verkoopster zorgde ervoor dat zowel Godelieve als ik overtuigd werden onze haren te laten vlechten.
Dat is blijkbaar een geweldige belevenis, waar men met een twintigtal dames rond één kopje haar ligt te tateren en vlechten.
Die avond hadden we gereserveerd in het à la carte Mexicaans restaurant, één van de drie à la carte restaurants van het hotel.
Na het dinner en enkele drankjes op de esplanade kropen we vermoeid ons nestje in, klaar voor de trip van dinsdag.

Dinsdag 20 september:
De bus kwam ons oppikken om 7u15, dus moesten we reeds rond zessen uit bed, om nog te kunnen genieten van een ontbijt.
Na een busrit van 2 uurtjes kwamen we aan bij La Isabella, de plaats waar Columbus voor het eerst voet aan wal zette, en een kerk stichtte.
Na een bezoek aan een replica van deze kerk stapten we naar het strand, waar onze groep met behulp van een speedboot in 3 keer werd overgezet naar een luxejacht.
Daar wachtte ons een frisse cocktail en ontbijt.
Goed insmeren was evenwel de boodschap, want de felle zon in combinatie met een stevige zeebries kan een enorme impact hebben op onze blanke huid.
Na een boottocht van 2 uurtjes kwamen we in een rustige baai, waar het water zo helder was als glas.
De bodem, op een diepte van 4 meter, was perfect zichtbaar.
Tijd voor een frisse duik dus. Na een uurtje heerlijk ronddobberen in het water, waarbij de cocktails met een boei tot bij ons gebracht werden, hervatten we onze trip naar de parelwitte zandstranden van Cayo Paraiso, waar we vergast werden op een trip op de banana boot, en een stevig middagmaal, inclusief verse kokosnoot.
Na de middag ging de uitstap verder in speedboten, dewelke ons langs de kustlijn wegvoeren, diep in het mangrovewoud.
De kapiteins van deze boten, gastjes tussen de 13 en 16 jaar, wouden kost wat kost hun kunnen tonen, wat ons een serieus nat pak opleverde.
We voeren dieper de zee in, om halt te houden op Punta Russia, een atol in wording, met een diameter van 30 meter.
Daar werden de zwemvliezen aangetrokken en de reddingsvesten omgegord, om in de ondiepe wateren rond het eiland te gaan snorkelen.
Een waar onderwaterparadijs openbaarde zich aan ons.
Daarna voeren we in de speedboten terug naar Cayo Paraiso, waar onze bus op ons stond te wachten.
De trip terug naar het hotel duurde meer dan 3 uur, maar al bij al was deze dag het waard.
Gedurende de terugreis maakten we bovendien kennis met het authentieke van het land: erbarmelijke wegen, armoede, en een chaotisch verkeer.
Terug in het hotel namen we een verkwikkende douche, kleedden ons om en gingen onze hongerige magen speizen.

Woensdag 21 september:
Een luilekkerdagje, tussen 2 uitstappen in.
Deels doorgebracht aan het strand, deels aan het zwembad.
‘s Avonds hadden we gereserveerd in het Tropical à la carte restaurant, waar we, naast een excellente keuken, ook vergast werden op een serenade aan tafel.
Voor Godelieve zal ‘Lady in red’ nooit meer hetzelfde klinken.

Donderdag 22 september:
Vandaag stond een bezoek aan het park Ocean World op het programma.
Een flink ontbijt diende ons genoeg aan te sterken om de dag door te komen.
Geen probleem, zo bleek: na een busrit van drie kwartier, en een halfuurtje aanschuiven in de rij aan de inkom, konden we het park reeds betreden.
Net op tijd voor de show met de zeeleeuwen zo bleek.
Knap spektakel, ook hier kunnen ze deze beestjes dus perfect omvormen tot volleerde entertainers.
Daarna haastten we ons naar de afdeling dolfijnen, waar een uitgebreide ontmoeting met deze schattige beesten op het programma stond.
Schattige beestjes, dat zeker wel, maar ergens wel gevaarlijk: zo zijn er 120 stevige en scherpe redenen om hen geen kwaad te berokkenen.
Godelieve en ik maakten van naderbij kennis met deze zoogdieren uit de zee: we knuffelden hen, streelden hen, dansten met hen, voerderden hen, en kregen tot slot nog een kusjes ook.
We genoten van een snelle buffetmaaltijd, inbegrepen in het toegangsticket, en haastten ons vervolgens naar het bassin met zeeleeuwen, waar eveneens een ontmoeting gepland was.
De dolfijnen waren lief en grappig, maar de zeeleeuwen zijn de dieren waar we het meeste plezier mee beleefden: speels, maar met een eigen karakter.
Zo moest elk van de zeeleeuwen poseren voor de foto met een bezoeker, maar stak de zeeleeuw toen de foto van hem en mij genomen werd net zijn tond uit.
De rest van de dag brachten we al zonnend en snorkelend door, waarna een bus ons naar het hotel terugbracht.
En moet het gezegd worden? Het avondeten in het buffetrestaurant was schitterend, al moet men de kok eens leren Roquefort juist uit te spreken, en niet te laten verbasteren tot Rocky Forté.

Vrijdag 23 september:
Onze laatste ‘hele’ dag op de Dominicaanse zetten we, naar traditie in met een stevig ontbijt.
Vervolgens weer naar het strand, waar de brandende zon iets na de middag een slachtoffer eist: ik trek me na het middagmaal terug in de schaduw aan het zwembad, om al te erge zonnebrand te voorkomen.
‘s Avonds genoten we nog van een lekkere maaltijd in het enige restaurant waar we nog niet geweest waren: het Braziliaanse restaurant.
We sloten onze laatste avond op Dominicaanse bodem af het enkele cocktails, en het pakken van onze koffers.

Zaterdag 24 september:
Zoals de hele week al, waren we ook nu vroeg wakker.
In de voormiddag was er nog het ontbijt, en een verblijf aan het zwembad, maar echt tot rust kwamen we niet meer: de roep van het thuisland weerklonk alsmaar luider.
Rond de middag nam Godelieve nog een licht middagmaal, maar mijn maag bleek plots ontregeld.
We trokken terug naar onze kamers, om nog één keer alle kasten na te kijken, en onze koffers definitief te sluiten.
We checkten uit aan de receptie en rekenden af omstreeks 13u, om vervolgens met de bus naar het vliegveld vervoerd te worden.
Tijdens deze busreis kwamen we te weten dat al onze koffers geopend zouden worden door de douane, en dat de beperkingen voor handbagage enorm waren: zo mochten er geen reservebatterijen van fototoestellen meegenomen worden, omdat men hiermee bommen kon maken!
Het openen van de koffers kon voor ons wel problemen opleveren: beide koffers zaten zo overvol, dat ze alleen konden gesloten worden door al zittend plaat op hen te nemen, en er vervolgens een spanriem rond te plaatsen.
Assertiever waren we blijkbaar wel geworden: de kruiers op de luchthaven hadden deze keer geen enkele kans, en ook de koffers waren geen probleem: blijkbaar controleert men telkens slechts de eerste koffer van de twee, en vanzelfsprekend gaven we de minst zwaar geladen.
Het aantal controleposten dat we doormoesten, was echter wel een drievoud van de bewaking die er in België was, en was schijnbaar pure willekeur.
Uiteindelijk, ettelijke fouillages later, mochten we plaatsnemen in het vliegtuig van Martinair.
Het lof dat we hadden over de heenvlucht, verdween als sneeuw voor de zon tijdens de terugvlucht, maar dat was grotendeels te wijten aan de plaatsen die ons werden toebedeeld.
Zo moesten Godelieve en ik plaatsnemen aan de nooduitgang boven de vleugel.
Wat houdt dit in? Wel, eerst en vooral is er vlak voor je neus het toilet, zodat je niet alleen een hele vlucht het toilet hoort doorspoelen en een af -en aangeloop hebt, maar je ook je benen niet kan strekken onder de stoel voor je.
Verder had deze stoel een krakkemikkig klaptafeltje, zodat mijn maaltijd tweemaal op mijn schoot belandde.
Toen we vervolgens onze stoel probeerden neer te klappen, bleek dit uit veiligheid (vrijhouden nooduitgang) niet mogelijk te zijn. Ook moesten we al onze handbagage steeds in het bagagevak boven ons hoofd deponeren.
Dan bleek zo’n nooduitgang ook een pak minder goed geïsoleerd te zijn, waardoor de hele vlucht lang een frisse bries ons deel was.
Tenslotte bleek men in het vliegtuig uit 2 richtingen te bedienen: van voor naar achter en van achter naar voor. Resultaat: eenmaal aan onze rij was er geen keuze van maaltijd meer.
Het grootste deel van de vliegreis is aan mij voorbijgegaan, ik was totaal van de kaart, waarschijnlijk van oververmoeidheid.
Godelieve daarentegen was het merendeel van de vlucht wakker.

Zondag 25 september:
Met kleine oogjes landden we op zondagmorgen om 7u30 in zaventem, waar we na het oppikken van de koffers in de wachtende taxi stapten en naar huis snorden.
In de voormiddag ontbeten we licht, deden we een deel van de was, en bezochten we enkele familieleden.
In de namiddag stond er ter ere van de kermis in Londerzeel een familiefeest op ons te wachten.
‘s Avond legden we ons zonder probleem te rusten voor een lange, en welverdiende nachtrust.

Na deze reis zijn we weer fris en monter om ertegenaan te gaan: ik bij CTG (en Agfa), Godelieve op maandag 3 oktober bij E&Y.
En natuurlijk: de verbouwingen…

Reageer