Pegasusloop

Gisteren stond met stip aangeduid in mijn agenda. Niet alleen daar, maar ook in tal van Excel-lijstjes die ik her en der bijhoud.

Waarom? Omwille van de Pegasusloop. Een wedstrijd van 10 kilometer door m’n eigen dorpje. Het zou bovendien reeds mijn vierde opeenvolgende deelname kunnen worden.

De omstandigheden waren echter verre van ideaal: zaterdagavond moest ik gaan draaien op de 30-ste verjaardagsfuif van Kevin, er was het hele gedoe met het zomeruur en daar bovenop regende het een half uur voor de start pijpestelen.

Desondanks bond ik toch de schoenen aan. Liever 10 kilometer in weer en wind, dan in slaap vallen in de zetel (bij wijze van spreken).

Snel snel nog inschrijven en me naar de start begeven, waar er wel wat (lokaal) bekende koppen reeds klaarstonden. Na wat oponthoud klonk verrassend het startschot, waarna de massa (nou ja) zich in gang zette.
Het tempo zat er van bij de start meteen in. Ik schoof enkele rijen op en postioneerde me rond de 12de plaats. De eerste kilometer legden we af in 3min35. Veel te snel natuurlijk, maar oude gewoonten slijten niet.

De wind ranselde onze lijven, en de groepjes begonnen zich te vormen. Wie alleen de sprong naar een ander groepje waagde viel vaak snel terug. Na 3 kilometer (11min05) kwam het eerste keerpunt in het parcours en zat de wind eindelijk wat mee. Mijn maag begon echter te protesteren tegen een half middagmaal zonder ontbijt, en ook het algemeen gevoel werd minder. Ik beet me vast in het groepje, en haalde het keerpunt halverwege (5km) in 19min03.

De eerstvolgende kilometer bleef ik aanklampen, maar toen het tempo, door voorbijstekende lopers, de hoogte in ging besloot ik de groep te laten gaan en op eigen tempo verder te gaan. Lang moest ik niet alleen lopen voor ik werd opgepikt door een groepje van 3. Daar bleven we mooi samen tot de laatste 2 kilometer. Mijn lotsgenoten hadden een grotere versnelling dan ik in huis, waardoor ik compleet in de wind kwam te zitten en ik centimeter per centimeter terrein verloor.

De laatste honderden meters verdapperde ik nog omdat ik achter me nog andere lopers hoorde naderen. Uiteindelijk legde ik de 10 kilometer af in 38 minuten en 8 seconden. Niet mijn scherpste tijd ooit, maar wel meer dan 4 minuten sneller dan het jaar voordien.

Een goede generale repetitie voor de 20km van Brussel? Ja en nee.
Het is duidelijk dat snelheid wel snor zit (al had ik er nog niet op getraind), maar dat ik nu op afstand moet gaan trainen, om het verval tegen te gaan.

De volledige uitslag (heren 10km)vind je hier.

Reageer